22 December 2021
Het betreft een aanstelling van één dag per week voor vijf jaar vanwege de Nederlandse Natuurkundige Vereniging (NNV) die dit jaar 100 jaar bestaat. Ook aan de TU Eindhoven wordt in dit kader een hoogleraar wetenschapscommunicatie aangesteld: fysicus, schrijver en wetenschapsjournalist Margriet van der Heijden.
‘De NNV vindt goede wetenschapscommunicatie van groot belang’, zegt NNV-directeur Noortje de Graaf, ‘Helder over kunnen brengen wat wetenschap is, en wat de resultaten van wetenschap zijn, verdienen de aandacht. Met deze twee NNV-leerstoelen hoopt de NNV de komende jaren een bijdrage te kunnen leveren aan de communicatie over wetenschap.’
Van Vulpen (1973) is als natuurkundige verbonden aan het Institute of Physics van de Universiteit van Amsterdam en aan het deeltjesfysica-instituut Nikhef. Hij neemt als onderzoeker deel aan het ATLAS-experiment, een onderdeel van de LHC (Large Hadron Collider), de grote deeltjesversneller van het instituut CERN bij Genève.
Over deeltjesfysica schreef hij in 2018 het succesvolle boek ‘De Melodie van de Natuur’, dat in het Engels en het Kroatisch vertaald werd. Ook is Leidenaar Van Vulpen, samen met de Leidse hoogleraar natuurkunde Sense Jan van der Molen en de kunstenaars van stichting Tegen-Beeld, de initiatiefnemer van de Leidse muurformules, waarbij beroemde Leidse natuurkundeformules geschilderd worden op blinde muren in de Leidse binnenstad. Daarnaast geeft Van Vulpen vaak lezingen, en werkt hij aan een reeks animatievideo’s over deeltjesfysica.
‘Er zijn binnen de natuurkunde veel mensen met een hart voor onderwijs en communicatie, en ik ben daar een van. Omdat ik het leuk vind, maar ook omdat ik het belangrijk vind’, zegt Van Vulpen. Vaak zijn bijzonder hoogleraarschappen op de persoon toegesneden, maar dat was nu niet het geval, zegt hij. ‘Er was een vacature, en ik merkte: hoe meer ik er over nadacht, hoe meer ik vond dat ik me daar tegenaan moest bemoeien. En nu ben ik het geworden, daar ben ik heel blij mee.’
Als onderzoeker van wetenschapcommunicatie wil Van Vulpen wil zich bijvoorbeeld buigen over de vraag hoe de natuurkundegemeenschap zelf de rol van communicatie ziet (of zou willen zien), of meer inhoudelijke vragen, zoals het gebruik van metaforen bij het uitleggen van natuurwetenschappelijke concepten. ‘Het wordt veel gedaan, en wordt algemeen gezien als verhelderend, maar veel is nog onbekend: hoe komen mensen op metaforen, welke metaforen overleven op den duur en welke worden weer snel vergeten? Wanneer werkt een metafoor wel, of juist niet, om iets te verhelderen? Ik wil dat soort zaken graag onderzoeken, en vervolgens feedback geven aan de gemeenschap van wetenschapscommunicatoren en de rest van de natuurkundegemeenschap: wat werkt er wel, en wat werkt er niet.’
Naast onderzoek wil Van Vulpen zich ook bezighouden met het uitdragen van het belang van goede wetenschapcommunicatie, door ook zelf aan wetenschapcommunicatieprojecten bij te dragen, en erover te doceren. ‘Ik wil studenten graag laten zien hoe krachtig het is.’
Er is in Leiden een masterspecialisatie wetenschapscommunicatie, maar vanuit de natuurkunde doet maar een enkele student deze richting. Dat heeft deels met een bepaalde wetenschapscultuur te maken, maar ik denk dat het ook onbekendheid is, en ik wil er graag aandacht aan besteden.’
En dat geldt niet alleen voor studenten. ‘In de hele academie is nu de discussie over erkennen en waarderen, over de praktijk dat vooral wetenschappelijk onderzoek beloond wordt, vergeleken met andere activiteiten zoals onderwijs, wetenschapscommunicatie, en bijdragen aan de wetenschappelijke gemeenschap.’
Dat moet veranderen, vindt Van Vulpen. ‘Ik hoop studenten maar ook anderen mee te geven: wetenschapscommunicatie is serieus, het is belangrijk. Je moet ook de mensen buiten de natuurkunde kunnen vertellen wat je nu eigenlijk doet.’