Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Frank Vergeer
Frank Vergeer

R&D director bij AkzoNobel

‘Ik heb een brede chemische basis gekregen waardoor ik in mijn werk bij inhoudelijke problemen meteen snap waar het over gaat. Als iets tegenzit, moet je oplossingen bedenken en mogelijkheden bekijken. Deze vaardigheid gebruik ik nu heel veel.'

Waarom ben je Scheikunde gaan studeren?

‘Als kind wilde ik al weten hoe dingen in elkaar zitten. Toen ik op de middelbare school scheikunde kreeg wist ik: dit wil ik later studeren. Ik koos voor de UvA omdat dit voor mij de dichtstbijzijnde universiteit was en omdat de opleiding hier verschillende basisvakken aanbood. En dat is nog steeds zo. Hierdoor kun je in de eerste jaren aan alles proeven, en hoef je pas later te kiezen welke richting je op wilt. Bij mij heeft dat goed gewerkt.’

Je bent nu R&D Director bij de Autoschadeherstel tak van AkzoNobel. Wat doe je precies?

‘Ik geef leiding aan ongeveer 250 mensen die werken in onze laboratoria in Nederland, Brazilië, de Verenigde Staten, India en China. We repareren de lak van een auto die schade heeft zo dat de schade niet meer zichtbaar is. Auto’s van hetzelfde merk en type hebben namelijk allemaal net een andere kleur. Die kleine verschillen meten we. Daarnaast kunnen autolakken verkleuren, onder meer door de zon, dus de kunst is de lak precies in de kleur te maken van dat moment. Ik bekijk waar de markt naartoe gaat en maak langetermijnplannen voor producten en services die wij in de toekomst gaan leveren.’

Hoe ben je bij AkzoNobel terechtgekomen?

‘Na mijn studie ben ik gepromoveerd en toen wilde ik graag het bedrijfsleven in. Maar door de Irak-crisis hadden veel bedrijven een vacaturestop. Toen ben ik aan de Universiteit van Munster een post-doc gaan doen. Ik onderzocht lichtemitterende cellen, zeg maar de voorlopers van de LED-schermen. Ik bekeek  de karakterisering van dunne lagen op elektrodeoppervlakken waardoor ik later als researcher aan de slag kon binnen de Microstructuuranalyse-afdeling van AkzoNobel. Na vier jaar werd ik teamleider en in 2012 maakte ik de overstap naar de R&D organisatie van onze bedrijfsonderdeel Performance Coatings.Hier kon ik mij meer op strategisch vlak met R&D bezighouden en meer de richting van het onderzoek bepalen dan het zelf uitvoeren.’

Wat vind je het leukste aan je werk?

‘Ik waardeer het enorm dat ik veel kan reizen. Ik probeer elk laboratorium twee keer per jaar te bezoeken, dus dat komt neer op acht keer per jaar een week op pad. Hierdoor kom ik veel in aanraking met andere culturen. Zo zie ik onder meer de verschillende manieren waarop mensen hun ideeën uiten. Nederlanders vragen zich bij alles af: waarom? Chinezen zeggen overal ja op. En Indiërs vragen: hoe snel kan het? Voor mij roept dat elke keer de vraag op: hoe kan ik mijn boodschap zo goed mogelijk brengen en hoe kan ik het maximale uit de individuele mensen en de organisatie halen? Dat maakt mijn werk nog interessanter.’

Wat is de grootste uitdaging in je baan?

‘Ik leid niet alleen de R&D organisatie, ik ben ook lid van het managementteam van de autoschadeherstel business van Akzonobel en zodoende verantwoordelijk voor de businessresultaten. Ik moet voortdurend balanceren tussen wat belangrijk is voor R&D, de mensen in de organisatie en hun ontwikkeling voor de business.De business is vaak gericht op het hier en nu en R&D is juist bezig met de toekomst, dus dit levert interessante discussies op over waar de prioriteiten liggen.Dit maakt het voor mij ontzettend boeiend.’

Welke vaardigheden die je bij Scheikunde hebt opgedaan, komen nu goed van pas?

‘Ik heb een brede chemische basis gekregen waardoor ik in mijn werk bij inhoudelijke problemen meteen snap waar het over gaat. Bijvoorbeeld als het gaat over de uithardingsreacties van coatings en hoe we die beter kunnen sturen. Mijn chemische kennis is echt onmisbaar in deze baan. Ook aan mijn promotie heb ik veel gehad. Ik heb er geleerd mijn eigen project te leiden. En een promotietraject is de beste frustratietolerantietraining ooit. Als iets tegenzit, moet je oplossingen bedenken en mogelijkheden bekijken. Deze vaardigheid gebruik ik nuheel veel.’

Hoe kijk je terug op je studietijd?

‘Het was een ontzettend leuke periode. Ik deed Scheikunde van 1994 tot 1998. De opleiding zat toen nog in het centrum, op het Roeterseiland. Ik heb veel naast mijn studie gedaan. Zo was ik mentor van een groep eerstejaarsstudenten. En we hadden een bar in het chemiegebouw, de Roetertoeter. Ik zat in het bestuur van deze bar en spreek nu nog regelmatig met mensen uit het bestuur af. Sommigen werken ook bij AkzoNobel. Dan hebben we het vaak over de leuke sfeer die tijdens onze studie heerste.’